Wilde tuin aanleggen? Wij helpen je op weg!
Ongeveer 80% van de Nederlanders geeft aan dat ze meer groen in hun tuin willen. In ons drukke, dichtbevolkte landje kiezen veel mensen al snel voor een betegelde tuin. Makkelijk en erg praktisch voor wanneer je gasten over de vloer hebt. Toch toonde een onderzoek van DirectResearch aan dat er onder veel twintigers en dertigers de wens bestaat om meer biodiversiteit in het perceeltje te scheppen. Om vlinders, bijen of kevers aan te trekken en de natuur effectief te ondersteunen kun je het beste een wilde tuin aanleggen. Maar hoe tover je de stenen achtertuin om in een natuurlijk ecosysteem? In deze blog geven wij je tips voor het aanleggen van een natuurlijke of wilde tuin.
Wat is een wilde tuin?
De naam suggereert al dat je de teugels bij een wilde tuin een beetje moet laten vieren. Een goed ingerichte wilde tuin bevordert de biodiversiteit. Het kost weinig werk, trekt kevers in de tuin aan, staat bomvol met planten voor vlinders en bijen en draait op de natuurlijke groei van nieuwe planten. Het is belangrijk dat je de natuur z’n beloop laat en eventuele wildgroei niet direct verwijdert. Dankzij het bruisende insectenleven en de diversiteit van de plantensoorten kan een wilde tuin een prachtige uitstraling geven. Een verwilderde tuin betekent niet gelijk dat u nergens meer kunt zitten. Het minimale werk dat je eraan besteed is vooral gewijd aan het bijknippen van doorgeslagen uitgroei of het vrijmaken van paadjes en zitgedeeltes.
Hoe leg ik een wilde tuin aan?
Allereerst is het belangrijk dat je de tuingrenzen duidelijk markeert. Bij een kleine tuin is dit gemakkelijker dan bij een grote tuin. Verder is het natuurlijk de bedoeling om de tuin niet volledig te laten verwilderen met eentonige dominante planten zoals braamstruiken of brandnetels. Uiteindelijk is een wilde tuin niet anders dan een begeleid ecosysteem. Gebruik daarom zoveel mogelijk diverse planten- en bloemenzaden.
Geschikte planten voor een wilde tuin
Vaste planten die aantrekkelijk zijn voor vogels zoals Duizendblad of Duifkruid geven je tuin een prachtige witte tint. Lavendelplanten, asters en vlinderstruiken zijn op hun beurt weer aantrekkelijke planten voor insecten. Er bestaan geen vaste regels voor het aanleggen van een wilde tuin, maar probeer in ieder geval zoveel mogelijk te variëren met verschillende soorten.
Wat is de beste grond voor planten?
Afhankelijk van waar je woont in Nederland kunnen de meest geschikte plantensoorten nogal verschillen. Een groot gedeelte van Nederland bestaat uit zee- of rivierkleigrond. Klei is zwaar en soms lastig te bewerken, dus zorg er in een kleigebied voor dat je in de zomer je waterhuishouding op orde hebt. Opgedroogde klei kan namelijk steenhard worden. Hortensia’s, Koninginnekruid en de haagbeuk doen het erg goed op kleigronden.
Op veengronden in delen van Holland, Friesland en Drenthe heb je te maken met veel water en een verzuurde bodem. Het voordeel van veen is dat veel van de waterhuishouding door de bodem wordt geregeld. Planten die het goed doen op veengronden zijn bijvoorbeeld koningsvaren of salie.
Dan zijn er nog de zandgronden die een groot deel van oostelijk Nederland bedekken. Planten met diepe wortels gedijen het beste op een zandgrond, omdat ze daarmee het noodzakelijke water uit de grond kunnen halen. Als je een wilde tuin aanlegt op een zandgrond dan is het verstandig om wat klei toe te voegen. De Stekelige berenklauw, Erwtenstruik en de Ooievaarsbek zijn allemaal geschikt voor een zanderige bodem.
